Met een diepe zucht kijkt Layana nog naar de gesloten voordeur. Ineens is het heel stil in huis en realiseert ze zich dat met Karel er ook ineens heel veel plezier in haar leven was. Layana had er eigenlijk nog nooit bij stilgestaan. Ze schreef dan misschien wel eens over eenzaamheid en hoe je je dan kon voelen maar zelf had ze dat nooit ervaren. Nog nooit... tot nu. Ineens voelde ze zich heel erg alleen. "Goed, en dat gaan we dus niet doen meissie!" zegt ze streng tegen haarzelf als ze zich resoluut van de deur afkeert en naar haar computer loopt. "We hebben nog een boek te schrijven en die moet ook af. Boeken schrijven zich namelijk niet zelf." Voor ze gaat zitten echter schud ze haar hoofd. "Ah nee, hier moet ik wel even een koffie bij en wat muziek kan ook geen kwaad." En neuriënd gaat ze eerst koffie zetten en de radio aanzetten. Pas dan gaat ze zitten en start de computer op. "Kijk, dit is echt wel veel beter."
Voordat ze begint aan haar schrijfwerk gaat ze maar eerst even naar haar mailbox. Dat ding verwaarloosd ze normaal altijd dus ze verwacht dat hij aardig vol staat. En ze krijgt gelijk. Ongeveer een vijfenzeventig mailtjes wachten op haar antwoord. "Eerst even de troep eruit, dan ruimt het alvast wat... op." Mompelt ze in haarzelf terwijl ze alle mailtjes die voor haar geen inhoud hebben aanklikt en met één klik allemaal verwijst naar het gecomputeriseerde vuilnisbakje om vervolgens nooit meer gelezen te worden. Er bleven echter nog wel zesenvijftig mailtjes open voor beantwoorden. Even zucht ze diep. Ze had helemaal nooit zin in al die mailtjes, maar het hoorde nou eenmaal bij het geheel van schrijfster zijn. De uitgevers willen ook weten waar ze aan toe zijn tenslotte. Met frisse tegenzin begint ze dan maar de mailtjes te lezen en te beantwoorden.
Na enige tijd kan ze eindelijk het laatste mailtje verzenden als ze even op haar horloge kijkt en fronst. "Nou Karel, je zou toch al op het vliegveld moeten zijn joh..." Hij heeft immers nog niet gebeld en de tijd is best nog snel gegaan terwijl zij zo bezig was met al die mail. Maar omdat ze er niet veel aan kan veranderen haalt ze haar schouders op en opent haar boek. Nog niet koud heeft ze een woord getypt of haar mobiel gaat over. Zonder op het schermpje te kijken wie het eigenlijk is neemt ze op met een blije "Karel!" en verwacht ze zijn stem te horen... Het is echter niet Karel die ze hoort. Even moet ze zich herstellen, want ze herkent niet wie het dan wel is tot het grinniken opgehouden is en met die zware Italiaanse accent ze haar vriend Stefano herkent. "Bella, ik wist niet dat ik van naam erandert was hmm. Wat is met Karel dat je zo roept?" wil hij tenslotte weten.
Met moeite verbergt Layana haar teleurstelling. "Had ik je toch verteld? Hij is naar Egypte vertrokken vanmiddag om daar foto's te gaan maken voor een klant." legt ze uit. "Ahhh ik begrijp het. En hij zou jou gaan bellen, toch?" "Ja, als hij op het vliegveld aankwam en dan later als hij weer uit het vliegtuig kwam. Maar ik heb nog niets gehoord en hij zou toch nu zeker al aangekomen moeten zijn, wat hij is volgens mij al in het vliegtuig breed op weg naar Egypte." Zegt ze nu duidelijk toch wel ongerust. "Bella bella bella, hij belt wel. Heus. Hij is een goede jongen. Die vergeet jou niet. Miskien was het druk hmm?" Layana moet even glimlachen. Die Stefano probeert haar echt gerust te stellen. "Ach ja..." zucht ze even "Ik weet dat natuurlijk ook wel, maar weet je het is gek, toch kan je het niet tegen gaan dat je dat enge gevoel krijgt he. Dat is best erg vind je ook niet?" Stefano moet lachen.
"Bellezza che è amore!" roept hij dan. Layana kijkt even naar haar mobieltje alsof Stefano gestoord geworden is. Hoofdschuddend en ietwat mokkend antwoord ze "Stefano, dat is misschien wel zo maar toch blijft dat erg." Stefano is verbaasd. "Waarom bella?" Layana haalt haar schouders op "Weet ik veel, ik vind het erg. Dat je je zo op kan hangen aan iemand. Dat kan toch niet goed zijn?" Nu is het de beurt aan Stefano om eens diep te zuchten. "Bella, je begrijpt niet. Liefde is jezelf verliezen in iemand. Iedereen vind dat gevoel fijn. Jij bent anders, jij maakt er meteen iets engs van. Rare bella." Layana fronst "Wat nou rare bella! Ik ben niet raar. Het is toch niet gezond dat je iemand zo in de gaten wil houden omdat je bang bent dat die persoon iets doet wat jou niet bevalt? Of wel? Ik vind dat toch behoorlijk neigen naar dwangmatig controlerend gedrag hoor." zegt ze nu ter verdediging.
"Waar jou gedachten je al niet heen leiden mi bellezza." Grinnikt Stefano. Maar ineens klinkt hij heel serieus als hij vraagt "Twijfel je aan je relatie bella?" Layana is verbaasd. "Nee! Natuurlijk niet! Hoe kom je daar nou bij?" "Dat is waar mijn gedachten mij leiden als ik jou af en toe zo hoor." antwoord Stefano gevat, en daar was geen woord Italiaans bij. "Denk je dat ik me onnodig zit druk te maken dan?" vraagt ze hem voorzichtig. "Ja bella. Dat denk ik echt. Hij is goede jongen en geloof me, hij gaat niet gekke dingen doen als die stronzo van een George." Layana moet lachen, Stefano kon zo lief zijn als hij kwaad werd. "Nah zo erg was het nou ook weer niet hoor. Hij heeft tenminste toch eerlijk toegegeven dat hij het niet zag zoals ik het voelde." Brengt ze ter verdediging in. "Ah, no no no, hij is een stronzo. Hij had dat meteen moeten zeggen. Jij hebt heel veel moeite gedaan. Hij skreef een brief en basta."
Layana en Stefano hadden elkaar al een tijdje niet gesproken en als vanouds kunnen ze dan uren met elkaar aan de telefoon hangen. Ondertussen staat Layana er niet bij stil dat er op het vliegveld inmiddels een behoorlijk nerveus geworden Karel nog altijd probeert om Layana te bereiken. Maar haar mobiel staat al de tijd in gesprek. Als hij naar het huisnummer belt van Layana wordt hij meteen doorgeschakeld naar de berichtenservice. "Vrouwen!" gromt hij als hij voor de zoveelste keer het geprobeerd heeft. Dan hoort hij de laatste oproep voor zijn vliegtuig, hij moet echt gaan. Met een diepe zucht zet hij zijn mobiel in vliegtuig stand en gaat dan maar aan boord. Zijn vlucht zou een goede vijf uur in beslag nemen en het zat hem niet lekker dat hij niet nog even met Layana had kunnen praten. Eenmaal in zijn stoel gaat hij toch maar zo ontspannen mogelijk zitten en sluit even zijn ogen.
Niet lang erna zet het enorme vliegtuig zich in beweging naar de startbaan. Karel kijkt eens uit het raampje. "Spannend he?" hoort hij ineens iemand naast zich zeggen. Als hij kijkt ziet hij naast zich een klein wat ouder dametje zitten die hem met twinkelende ogen aankijkt. "Euh... nou ehm ja, wel een beetje." glimlacht hij ietwat overdonderd. Hij was zo bezig geweest met het feit dat hij Layana niet had kunnen bereiken dat hij helemaal niet meer op de omgeving had gelet. De oudere dame houd hem dan een zakje voor de neus. "Pepermuntje? Helpt met de luchtdruk zo meteen." zegt ze als ze op haar oren tikt. "Da... dank u" stamelt Karel als hij voorzichtig een pepermuntje uit het zakje neemt. "Gaat u ook naar Egypte?" vraagt ze dan vriendelijk. "Ja..." antwoord Karel en nog voor hij eraan kan toevoegen dat hij voor werk erheen gaat, steekt het vrouwtje van wal.
"Ik ga omdat mijn overleden man mij heeft laten beloven dat ik zou gaan naar die stad waar hij besefte dat hij niet zonder me kon. En dat is in Egypte. Jah dat is nu alweer een tijd terug hoor. Hij is vorig jaar overleden de lieve schat." even lijkt de vrouw weg te dromen en zucht eens diep. Karel blijft gebiologeerd naar haar kijken. Waarom weet hij niet, tenslotte kent hij haar totaal niet, maar ergens voelt hij zich kalm worden. "Weet je wat het is knul?" zegt de oudere dame dan ineens als ze haar hand op zijn arm legt en hem serieus aankijkt "Het is helemaal nog niet zo heel erg om alleen te zijn, maar het is veel erger als je nooit de kans neemt om te leren hoe het is om met iemand je leven te delen. En dat was bijna gebeurd met mij." Karel snapt niets van haar verhaal maar glimlacht toch. "Liefde is mooi." hoort hij zichzelf dromerig zeggen. De vrouw knipoogt. "Daar heb je helemaal gelijk in jongen."
"Ik ben door mijn man nog eens ergens geweest. Ik deed niet zoveel voor ik hem tegenkwam moet je weten." bekent het vrouwtje Karel. Hij luistert aandachtig. Het is net alsof hij deze dame kent en het is een vreemd gevoel. Wellicht een déjà vu, dacht hij uiteindelijk. "Ja, dat waren nog eens tijden..." lacht de dame dromerig. Karel knippert even met zijn ogen. Hij had of iets gemist of hij had even de aandacht compleet verloren en niet meer gehoord wat ze precies gezegd had. Hij had namelijk heel even het idee dat Layana tegen hem praatte. Hij schraapte zijn keel en probeerde net te doen alsof hij wel alles meegekregen had. "Ik kan merken dat u en uw man erg veel om elkaar gaven." Zegt hij ietwat ongemakkelijk. Dit was echt heel erg vreemd hoe hij maar het gevoel bleef houden dat hij deze dame al langer kende. Ze knikte "Oh ja, we hielden heel veel van elkaar. Eigenlijk vreemd nog hoe dat gegaan is."
Karel fronste licht, was het erg onbeschoft om om verheldering te vragen, dacht hij. "Misschien een hele ongepaste vraag maar hoe bedoeld u vreemd?" vroeg hij uiteindelijk toch omdat de vraag gewoon brandde bij hem. De dame lachte even geheimzinnig en antwoordde uiteindelijk "Ik kan me voorstellen dat je dat weten wilt, maar dat is echt privé jongeman. Maar vertel eens over jezelf, misschien dat ik dan ook wat meer ga vertellen straks." En met die vraag was Karel meteen weer op zijn gemak. Duidelijk een vraag van iemand die hij echt niet kon kennen. Hij ging wat relaxter zitten en lachte de dame toe "Ik ben fotograaf." stak hij van wal. "Oh dat klinkt wel heel interessant. En wat fotografeer je dan zoal?" "Dat is een beetje verschillend en hangt van de opdrachtgever af." Legde Karel uit. "Ik kom bijvoorbeeld net van een sessie met een ongelooflijke vrouw..." en even stopte hij verbaasd over zijn eigen woorden.
De dame liet een kort maar geamuseerd lachje horen "Dat klinkt alsof het iets meer dan slechts wat foto's geweest is." Karel keek haar aan, nog steeds een beetje confuus. "Ehm, ja..." antwoordde hij en hij kon merken dat hij ook meteen zo rood werd als een tomaat. "Ik ben bij haar ingetrokken." Ook dat kwam er toch wel wat dommig uit. Meteen reageerde de dame enthousiast. "Ach wat leuk! Ja vroeger zou men zich wellicht af gevraagd hebben of jullie natuurlijk niet te snel gingen maar neem maar van mij aan jongen, je kan niet snel genoeg ermee zijn. Voor je het weet is je tijd weer geweest." Karel begreep even helemaal niets meer van het geheel. Hij kon het niet langer voor zich houden en keek de dame even strak aan "Mevrouw, u moet niet schrikken maar ik moet het even weten. Maar ken ik u?" vroeg hij op de man af.
Even keek de vrouw hem aan en dacht hij dat ze zou uitbarsten in een woede bui, maar vervolgens glimlacht ze vriendelijk en schud ze haar hoofd "Lieve jongen, ik zou niet weten waar je me van zou moeten kennen. Maar niets is onmogelijk natuurlijk. De wereld is kleiner dan je denkt. Misschien hebben we wel eens een taxi gedeeld." Dat antwoord klonk Karel heel plausibel in de oren. Tenslotte had hij veel gereisd, veel mensen gezien en ontmoet. Misschien had hij haar ooit eens ergens vluchtig gezien. En zo ontspande hij weer. "Nou ja, hoe dan ook, om terug te komen op net... Ja, ik ben ingetrokken bij haar. Misschien dat u haar kent, ze is schrijfster. Layana Arcq." De vrouw denkt even na en knikt dan "Ja die naam zegt me wel iets. Heeft zij niet 'En toen kwam jij' geschreven?" Karel knikt "Ja onder andere." De vrouw begint te stralen nu "Dat is echt een heel mooi boek. De karakters zijn zo warm neergezet."
Het ijs is nu goed gebroken en Karel en de dame praten honderduit over boeken, fotografie, de liefde en reizen. Zo komt Karel die ruim vijf uur reizen wel door en de tijd vliegt voorbij. Voor ze er beiden erg in hebben wordt er omgeroepen dat ze eventuele spullen moeten opbergen, de tafeltjes weer terug moeten klappen en hun gordels weer vast mogen gespen voor de landing. Karel voelt zich helemaal warm van binnen als hij ontspannen in de leuning zakt. Vlak voordat de wielen van het vliegtuig het asfalt van de baan raken voelt hij de hand van de dame op de zijne en kijkt hij opzij. "Ik bedacht me net iets, ik wil je wat geven. Ik wil je iets geven zodat je dit gesprek toch altijd weer herinneren zal." Karel kijkt de vrouw even verbaasd aan als ze hem een broche in de hand duwt. "Nee, nee, gewoon aannemen. Geef het maar aan je lieve vriendin." zegt ze met een warme glimlach.
De avond is al aan het vallen als vliegtuig eindelijk bij de gate aankomt en iedereen kan uitstappen. Karel pakt zijn handbagage uit het rek boven zijn stoel en als hij zich om wil keren om de dame nogmaals te bedanken voor de gezellige reis en vooral voor de mooie broche is ze echter al verdwenen. Nu pas realiseert hij zich dat hij helemaal haar naam niet heeft. Hij trekt de stoute schoenen aan en tikt een stewardess op de schouder. De jonge vrouw draait zich om met een vriendelijke glimlach. "Kan ik u ergens mee helpen meneer?" Vraagt ze. "Ehm nou heel misschien wel. De dame naast me heeft haar broche verloren en ik wilde hem graag aan haar terug geven, ik heb alleen geen naam. Kunt u me missch..." maar nog voor hij zijn vraag af heeft kunnen maken schud de stewardess al het hoofd "U kunt het op gevonden voorwerpen afgeven meneer maar ik mag geen gegevens doorgeven aan u, sorry."