"Tuurlijk..." verzucht Karel en hij verlaat dan maar het vliegtuig. Op het vliegveld zelf kijkt hij goed rond of hij misschien toch niet nog de dame vinden kan maar ze is in geen velden of wegen meer te zien. Hij kijkt nog eens naar de broche in zijn hand. "En toch..." mompelt hij bij zichzelf voordat hij het dan maar veilig wegstopt. Dan kijkt hij op zijn horloge. Egypte heeft maar een uur tijdsverschil dus als hij snel is kan hij misschien nog net Layana te pakken krijgen voor ze gaat slapen. Voor hij het nummer intoetst kijkt hij eens naar zijn mobieltje en gromt bijna dreigend "Als ze nu nog in gesprek staat dan ga ik nu terug om haar een fiks pak op haar donder te geven." Natuurlijk is het kolder maar hij begint zich best zorgen te maken. Zo lang in gesprek staan is gewoon een teken dat er iets vreselijk fout moet zijn. Met ingehouden adem toetst hij het telefoonnummer van Layana in en luistert of het mobieltje overgaat.
Layana komt net onder de douche vandaan als ze haar mobiel hoort gaan. Bijna haar nek brekend over haar schoenen die ze maar gewoon midden in de huiskamer had achtergelaten, duikt ze op haar broek af en grist haar mobieltje uit haar zak. "Daar zal je hem hebben." Mompelt ze als ze opneemt. "Karel!" "Layana! Godzijdank je neemt op! Waarom stond je zolang in gesprek!?" is het eerste wat ze terug krijgt. Ze begint te lachen "Stefano belde" zegt ze met toch wel een verontschuldigende stem. "Mooi die ga ik bij thuiskomst eens even flink de les lezen. Waarom heb je die opgenomen als je wi..." begint Karel dan naar haar. "Ho even he, jij belde maar niet en toen die mobiel eindelijk ging nam ik op met het idee dat jij het was." zegt Layana ter verdediging. Karel zucht eens "Maar je ziet toch dat het mijn naam niet is, of mijn nummer..." vraagt hij nu wat kalmer.
"Omdat ik eigenlijk niet op het scherm gekeken had, ik ging er vanuit dat jij het was." zegt Layana nu zacht. Even is het stil. "Ben je er nog?" vraagt ze voorzichtig. Het blijft nog even stil als Karel dan reageert "Layana?" "Ja?" "Ik was..." begint Karel maar bedenkt zich dan... Zucht eens en probeert het opnieuw "Ik dacht..." maar weer blijft hij steken. Layana kan het niet helpen dat ze moet glimlachen. "Ik had precies hetzelfde toen je me maar niet belde." fluistert ze tenslotte. "Ja?" hoort ze Karel ongelovig antwoorden. "Ja. Ik dacht... die heeft zich bedacht. Die zit nu te denken hoe hij me dat straks moet vertellen als hij terug komt. Het is dat Stefano me een beetje bij de tijd gehouden heeft, anders was ik als een hoopje ellende in bed beland met zakdoekjes, een jankboek en een hele grote doos chocolade." flapt Layana er uit. Weer is het even stil. Ze bijt op haar lip en wacht in spanning zijn reactie af.
Na enige stilte hoort ze duidelijk dat hij het moeilijk heeft "Layana, als ik thuiskom heb ik wel hele andere dingen te zeggen dan dat. Maar... je hebt gelijk... Ik moet bekennen... Ik was ook bang dat je ineens het te heet onder je voeten geworden was..." "Ahwww Karel!" Verzucht ze. "Ja nou... Je was maar in gesprek... En die stomme huistelefoon staat op doorschakelen!" moppert ie vervolgens. Layana moet lachen "Ik heb geen idee hoe ik die weer terug moet zetten!" laat ze hem vervolgens wanhopig weten. Karel zucht eens diep. "Muisje..." zegt ie vervolgens zacht. Layana grinnikt "Muisje?" vraagt ze verbaast. "Ja... Muisje. Jij bent mijn kleine muisje. Zacht... Klein... Lief... Schattig..." Begint hij op te sommen. "Dat is lief!" roept Layana dan uit, bijna in tranen. "Ik bén ook lief!" verklaart Karel met een grijns. "Dat is waar." stemt Layana mee in. "Oh? En hoe lief ben ik dan precies volgens jou?"
Layana weet gewoon dat ze nu een kop als een biet heeft en het is nog terug te horen in haar stem ook want ze krijgt nauwelijks geluid als ze hem antwoord "Lief genoeg om pappie te zijn." "Hmm? Wat?" vraagt Karel die haar oprecht niet gehoord heeft. Layana rolt eens met haar ogen en zucht diep. Moet ze het nu echt nog eens zeggen? "Lief genoeg om pappie te zijn!" zegt ze nog eens, nu wel iets luider gelukkig en Karel heeft elk woord goed gehoord. Het wordt nog een keer heel stil aan de andere kant van de lijn. Na enige tijd reageert hij weer en ze hoort hoe zijn stem overslaat. Ze kan het niet helpen dat ze het heel schattig vind klinken. "P... pappie?" vraagt hij beduusd. "Ja..." Ineens realiseert Layana zich dat het wel eens kon zijn dat Karel helemaal geen kinderen wil. "Ik ben niet zwanger hoor!" flapt ze er snel uit. Meteen kan ze zich wel voor de kop slaan. Wat was dat nou weer voor een domme zin!?
"Ik bedoel..." begint Layana maar Karel onderbreekt haar. "Ik weet wat je bedoeld." "Oh. Oké" zegt ze nu zacht. Karel is nog steeds wat overdonderd. "Je bent niet zwanger maar zou het niet erg vinden om zwanger te raken va... van mij." weer slaat zijn stem over en ze moet weer glimlachen. "Precies" beaamt ze. Karel kan er even niet op reageren. Wat een rare situatie is dit toch weer, denkt hij bij zichzelf. "Layana?" vraagt hij uiteindelijk. "Ja?" "Ik hou van je." Hij hoort het zichzelf zeggen en schud met zijn hoofd. Als er een record op vreemde telefoongesprekken is, dan kon hij niet anders dan zeggen dat hij en Layana een hele goede kans maakten die te overtreffen. "Ik ook van jou." zegt ze zachtjes. "Nou dat ga je dan maar bewijzen als ik terug kom want ik merk er zo niets van." grapt hij snel. Layana begint te lachen. "Oh gaan we het zo doen? Wat is er mis met 'welkom thuis liefje'?" geeft ze terug.
"Veel te burgerlijk." geeft Karel meteen als weerwoord. "Oh." Ja en die had Layana niet verwacht. "Maar luister muisje, ik moet gaan hangen. Ik bel je morgen weer, oké?" Layana zucht eens, teleurgesteld. Ja ze begrijpt dat ze weer moeten ophangen maar als ze ophangt is het meteen weer zo stil in huis. "Dat is goed. En ik zal eerst kijken voor ik opneem." belooft ze hem plechtig. "Zou ik maar doen als ik jou was want een tweede ronde kan ik niet aan hoor. Dan vallen er onderdelen van me af, val ik helemaal uit elkaar." grapt Karel weer terwijl hij zijn koffers aan de chauffeur geeft die hem naar het kamp zal brengen. Layana geeft wat kusjes die hij met een brede grijns beantwoord. "En nou hop naar bed jij muis. Over een paar dagen ben ik weer thuis en dan kom ik je hoogst persoonlijk eens even instoppen." "Hou ik je aan meneer Wijnand" lacht Layana. Eenmaal opgehangen zucht ze eens diep en gaat dan maar slapen.
De daarop volgende dagen worden gevuld aan Layana haar kant met werken aan haar boek, dromen over Karel en het huishouden terwijl ze reikhalzend uitkijkt naar het moment dat Karel haar weer zal bellen. Gelukkig is het tijdsverschil tussen haar en Karel niet zo heel groot. Hij is één uur later dan zijzelf en gelukkig kunnen ze zo elkaar vaak spreken zonder bang te zijn dat de ander al lang en breed ligt te slapen. Karel zijn werk loopt als geplant. Hij weet mooie beelden te schieten van de Piramides en de Sfinxen die er in de omgeving zijn. 's Morgens belt hij haar om haar goedemorgen te wensen en zij belt hem 's avonds om hem een goedenacht te wensen. Zo af en toe belt Karel in de middag op om haar op de hoogte te brengen van zijn avonturen. Zoals toen hij met de ploeg lekker onder de bomen in de schaduw zat te eten en er ineens een slang op het bord van een van de leden viel.
Of hoe één van de kamelen ineens een boze bui had en woedend door het kamp denderde en om zich heen sloeg met de jas van zijn eigenaar in de bek. Het had ze een halve dag gekost om het dier weer in het gareel te krijgen, de schade op te nemen, die gelukkig niet al te groot was, en tot rust te komen met wat koffie. Layana genoot van zijn verhalen. "Ja, nee maar nou komt het..." verteld Karel haar op een dag. "Elke ochtend he, wordt ik wakker en je wil echt niet weten wat mijn wekker is." zegt hij op geheimzinnige toon. "Een vrouwtjes kameel die je lief aan je oor knabbelt?" gist Layana. Karel moet lachen. "Euh nee niet bepaald, maar dat zou wel meer gewaardeerd worden kan ik je vertellen." "Oké, dan weet ik het niet." "Jij geeft wel snel op he muis?" grinnikt Karel. "Ja, ik wil namelijk dat jij praat, dan luister ik wel naar je stem." bekent ze. "Hmm goed geprobeerd muisje, maar raad nog maar een keer."
"Ehmmm een hele dikke krekel kroop bij je in je slaapzak?" Karel moet nu nog harder lachen. "Nee, gelukkig niet, die dingen zijn hier echt groot. Je zult me niet horen gillen maar dan kan ik wel even heel mooi vloeken hoor." Layana grinnikt. "Maar goed wat maakt jou nou elke ochtend wakker dan?" vraagt ze uiteindelijk. Karel kijkt nog even om zich heen om te zien of niemand hem horen kan en zegt dan op een samenzweerderige toon "Mijn tent buren." Layana fronst "Je tent buren?" vraagt ze verbaasd. "Ja. En nou ga je lachen maar die twee maken mijn verblijf hier echt niet makkelijker." zegt hij met een enigszins wanhopige toon in zijn stem. "Oh? Dat klinkt serieus." Karel knikt "Ja en dat is het ook. Want echt hoor, begrijp me niet verkeerd, ik heb niets tegen mensen die zich in het openbaar vergrijpen aan elkaar maar... Echt joh naast mijn tent en dan met zulke herrie!"
Layana schiet spontaan in de lach. "Ohhhh jee!" grinnikt ze uiteindelijk. "Layana, geloof me... Het is niet makkelijk als ik daar zo lig, denk aan jou en dan hun tekeer hoor gaan. Hebben die twee geen gevoel of zo?" Karel klinkt nu zelfs een tikkeltje geïrriteerd. "Ik denk dat ze juist heel veel gevoel hebben lief." verklaart Layana. "Hmm nou, lekker dan, kunnen ze niet naar een hotel gaan dan?" bromt Karel knorrig. "Misschien vinden ze dat niet spannend genoeg." Oppert Layana. "Oh wacht ga jij ze nou zitten verdedigen?" Vraagt Karel met ongeloof. "Nee! Nee natuurlijk niet." Layana probeert echter uit alle macht het beeld uit haar hoofd te zetten die ze gekregen heeft van Karel zijn verhaal. Bijtend op haar lip hoopt ze te voorkomen dat ze weer in de lach schiet. "Als ze me morgen weer zo wakker maken, dan stop ik een schorpioen in hun slaapzak. Kijken of ze dan ook nog zo tekeer kunnen gaan." Nu kan Layana niet stoppen.
"Oh wat ben jij erg!" proest ze uit. "Layana, ik ben nog mild. Je moest ze voor de gein eens horen. Het hele kamp kan van die twee meegenieten. Niemand die er iets van zegt ook, dat verbaasd me nog het meest." Layana grinnikt nog wat na "Ja maar jij zegt er ook niets van." Karel zucht eens "Moet ik dan altijd de persoon zijn die de mond open doet? Dat gaat een keer vervelen hoor. Ook bij mij." Layana schud haar hoofd, maar dat kan Karel niet zien bedenkt ze en zachtjes antwoord ze van nee. "Kijk..." begint Karel, "Zou jij hier bij me zijn, dan zou het me werkelijk een Siberische worst wezen." Layana trekt een wenkbrauw op "Oh? En wat heeft mijn aanwezigheid voor een magische uitwerking daarop dan?" wil ze nu weten. Karel bemerkt nu ook wat hij gezegd heeft, en ze weet zeker dat hij nu enorm bloost. Even is het stil maar dan komt Karel gevat terug "Nou dan kon jij het ze zeggen, toch?"
"Wat! Meneer Wijnand! Mag ik u erop wijzen dat dat geen situaties waar u een dame... een vrouw... op af stuurt!" Layana schud haar hoofd. Nu is het Karel zijn beurt om te grijnzen. "Dan wordt het dus toch de schorpioen in de slaapzak als jij me niet wil bijstaan met je schoonheid én intelligentie." Lazana laat wat lucht ontsnappen "Oh ja! Maar niet nadat je ook even je heerlijk plakkerige charme in de strijd gooit hmm? Nou vandaag ben ik op tijd opgestaan om die dus te herkennen. Jij bent de man van ons twee, jij lost dat maar op. Je stapt gewoon op ze af en zegt iets in de trant van 'Was vannacht wel weer aardig koud he?' zoiets..." Karel is verbaasd "Eh en moeten zij weten waar ik heen wil? Dat zou ik niet eens weten als ik zo zou beginnen." Layana wappert met een hand, nog een gebaar die Karel niet zien kan maar het geeft wel haar frustratie weer. "Als je het koud hebt dan kan je toch sporten?"
Karel gooit zijn arm in de lucht "Ach maar natuurlijk!" roept hij uit en begint te lachen. "Zie je nou wel dat ik jou hier nodig heb!?" Layana grijnst "Nou ja, je hebt me daar toch ook een klein beetje? We kunnen elkaar nog bellen." Karel knikt maar zucht ook diep "Dat wel, maar het is niet hetzelfde. Want ondanks dat mis ik je, mijn muissie." Layana is er even helemaal stil van. Karel schijnt het niet op te vallen. "Ik mis je echt heel erg. Het lijkt ook wel alsof die dagen steeds langzamer voorbij gaan. Het is niet meer hetzelfde sinds ik jou heb. Echt, ik zit hier 's avonds en denk bij mijzelf 'ik pak mijn spullen en ga naar huis'!" Layana voelt zich helemaal warm worden bij die bekentenis van Karel. "Ahwww dat is zo lief Karel!" Karel mompelt zacht "Maar ik zeg het niet om lief te zijn, ik zeg het omdat ik dat zo voel. Er is gewoon niets meer aan zo. Mijn vonkje is bij jou gebleven."
Layana is er echt helemaal stil van. Daarnaast voelt ze zich wel een tikkeltje schuldig omdat zij wél haar dagen doorkomt zonder al teveel moeite. Ze moet zich er wel extra voor porren maar ze doet gewoon wat ze moet doen elke dag weer en als ze eenmaal lekker bezig is, zo moet ze heel eerlijk bekennen, dan is haar gemis voor Karel niet zo heel erg aanwezig. Uiteindelijk zegt ze voorzichtig "Maar het is niet lang meer. Strakjes kom je weer thuis." Ze weet alleen niet of het ook maar iets helpt. "Dat weet ik wel." Zucht Karel. Even weten beiden niet wat ze moeten zeggen en heerst er een stilte op de lijn. Uiteindelijk is het Karel die deze doorbreekt "En ik wil niet mauwen maar... Ik zal blij zijn als deze opdracht erop zit." Layana zucht "Je hebt het wel erg te pakken he?" Karel knikt "Jou schuld." moppert hij zachtjes met een kleine glimlach. Layana snuift eens "Oh heb ik het gedaan? Ik ben onschuldig tot het tegendeel bewezen is."