Karel hoort Layana ophangen maar is te duf om meteen te reageren. Hij mompelt nog wat, sluit vervolgens zijn mobiel ook en legt deze weer naast zijn hoofd om dan in zijn slaapzak te kruipen en weer verder te slapen. "Morgen..." mompelt hij nog en zou zo weer lekker wegzakken in slaap als hij ineens zijn ogen wagenwijd open heeft. "Wat nou inbraak!?" zegt hij vervolgens klaarwakker. Hij worstelt zich weer uit de slaapzak en grijpt zijn mobieltje om naar de tijd te kijken. "Wel verdorie! Zeven over vier!" Hij blijkt nu pas te beseffen dat Layana hem eigenlijk niet wilde wakker maken en al helemaal niet bezorgd maar dat plan was toch mooi mislukt. In het donker gaat hij op zoek naar zijn spullen, een aantal keren stoot hij zich nog tegen de tentstok, dan staat hij met zijn blote voet op een toch wel heel vervelend scherp steentje en zo, al stuntelend, kleed hij
zich aan met af en toe een ferme vervloeking uitend. "Als ik die klojo in mijn handen krijg mol ik um!" grauwt Karel als hij zich op zijn achterwerk laat vallen om zijn broek aan te doen. "Kunnen ze geen baan zoeken? Wat is er mis met gewoon een opleiding volgen en een eerlijke baan nemen? Is vast zo'n opgeschoten kleuter die net uit de luiers is en denkt dat het stoer is om met zijn tengels aan andermans spullen te zitten." moppert hij verder als hij op de tast door zijn tent kruipt om zijn blouse te vinden. "Karel man wees eens kalm!" klinkt het vanuit de tent naast hem. Karel draait met een ruk zijn hoofd in de richting. Dát was nou juist die kleine druppel die hij nodig had. "Kalm!? Ik ben kalmer dan jij in de ochtend bent als je zo nodig je natuurlijke lusten moet botvieren vriend. Praat mij niet van kalm, ze hebben bij me thuis ingebroken en mijn vriendin was helemaal alleen daar. Zak in drijfzand met je kalm!"
"Ze heeft je net toch gebeld? Dan is ze helemaal oké man, ga nou maar slapen, verdorie, morgen moeten we er al vroeg genoeg uit zonder dat jij ons nu even lekker uit de slaap houdt." moppert zijn buurman fel terug. Karel klemt zijn kaken even op elkaar en balt zijn vuisten om vervolgens zo kalm mogelijk te reageren "Weet je wat jij moet doen? Lekker een speen in die snavel van je stoppen en verder je buiten mijn zaken houden. Ik ben zo weg en kan je helemaal je goddelijke gang gaan, en dat is inclusief de rest van het kamp irriteren met je vreselijk irritante ochtendritueel. Enorme lama." en vol overgave smijt Karel zijn spullen in de koffers. Onder het inpakken grist hij zijn mobiel van de slaapmat en draait een nummer van een lokale taxidienst om een rit naar het vliegveld te bestellen. Nog geen kwartier later staat hij helemaal klaar op de taxi te wachten.
Hij maakt van de gelegenheid gebruik om even naar de opdrachtgever te bellen. Ondanks dat het best nog heel vroeg is ijsbeert Karel op en neer en wacht ongeduldig tot er opgenomen wordt. Uiteindelijk krijgt hij een antwoord apparaat. Na de piep, die hem niet snel genoeg kan komen, begint hij zo kalm mogelijk te spreken, maar het valt hem best nog moeilijk. "Ja, met Wijnand. Er is een thuissituatie ontstaan waardoor ik onverwacht huiswaarts moet keren, maar ik heb wel een aantal goede foto's die ik u graag volgende week persoonlijk wil komen laten zien. Als het u schikt zou u mij dan willen bellen op mijn mobiel, het nummer is bekent. Vriendelijk dank, Karel Wijnands." en dan hangt hij op. "Mooi, nou waar blijft die verdraaide taxi nou." zegt hij als hij rondkijkt om te zien of hij ergens de koplampen van die auto kan bespeuren, maar de zandvlakte blijft donker. Karel gromt eens kwaad.
Hij haalt een hand door zijn haar en steekt dan het vuur in de vuurkorf aan om wat warm te blijven. Uiteindelijk kalmeert hij iets, niet helemaal natuurlijk, en trekt hij er een stoel bij om te gaan zitten. Onder diep gezucht accepteert hij dat het gewoon even duurt eer de taxi bij het kamp is. Als het al iets licht begint te worden komt er een collega bij hem zitten. Nog niet geheel wakker wordt er een vorm van een groet gemompeld en Karel knikt terug. "Wat heb jij ineens man. Ik hoorde je tekeer gaan en alles." vraagt zijn collega slaperig. Karel schud het hoofd en zucht "Ach niets... niets..." probeert hij eerst nog om het hele verhaal maar te ontwijken. Hij was nu allesbehalve in de zin om te gaan zitten uitweiden over de spelende irritaties. "Jawel Karel, niet flauw doen man, je ging tekeer, zo ken ik je niet." dringt zijn collega aan. Karel zucht eens diep en antwoord dan met wat tegenzin "Ze hebben ingebroken bij Lay."
"Ah joh dat meen je! Is ze oké?" ineens is zijn collega één en al begrip en behulpzaamheid. Karel zucht eens. "Ik denk van wel, ze klonk wel goed eigenlijk, maar ik wil nu gewoon naar haar toe, ik ben er helemaal klaar mee." zegt Karel ongerust en weer kijkt hij waar de taxi bleef. Zijn collega knikt eens. "Dat begrijp ik. Is er iets wat ik nog voor je kan doen?" Karel schud zijn hoofd. "Nee, dank je... Ik zit te wachten op die verdraaide taxi die maar niet komt opdagen. De reis zelf duurt al vijf uur, moet die taxi er nog een uur aan toevoegen..." mompelt hij nu geïrriteerd. Zijn collega grijnst verontschuldigend "Karel, je moet het niet verkeerd opvatten wat ik nu zeg hoor maar... Je bent echt helemaal veranderd sinds je een relatie hebt. Ik wil de vrouw die dit bij jou naar boven haalt wel eens leren kennen want die moet toch echt wel heel bijzonder zijn man." Karel kijkt even naar zijn collega. "Dat is ze ook." zegt hij kortaf.
De volgende dag wordt Layana vroeger wakker dan normaal. Ze heeft eigenlijk helemaal niet veel geslapen want de slotenmaker moest eerst ook nog een slot in de deur zetten zodat die weer dicht kon, daarna kon ze pas gaan slapen. Het was toen inmiddels al wel iets over half vier en eer dat ze ook echt sliep moest het ongeveer tegen vier uur gelopen hebben. Met een mok koffie loopt ze naar haar computer en gaat zitten. "Nou eerst maar even een aangifte doen." Mompelt ze tegen haarzelf. Ze zoekt de site van de politie terwijl ze kalm van haar koffie drinkt. Dat Karel nog niet gebeld heeft vind ze niet zo heel vreemd, ten eerste is het nog relatief vroeg maar ook omdat ze hem dus in de nacht wakker gebeld had neemt Layana aan dat Karel ook niet echt in de stemming is om meteen te bellen. Ze laat het maar even, hij zal later wellicht bellen. Dus begint ze maar met het invullen van de vragenlijst van de politie.
Het invullen gaat best rap en als ze de gegevens verzonden heeft gaat ze meteen door met werken aan haar boek. Het is bijna af, nog twee hoofdstukken en dan is het wachten wat de uitgever ervan vind. Zachtjes zingt Layana mee met de muziek op de radio en heeft helemaal niet in de gaten dat het langzaam voorbij de tijdstip komt dat Karel normaal gesproken haar zou bellen. Pas als ze de nieuwslezer hoort zeggen dat het al elf uur is kijkt ze even verbaasd naar de radio. "Zo laat alweer?" ze checkt haar horloge en het is inderdaad elf uur. Layana kijkt naar de computer en pakt haar mobiel. Ze toetst Karel zijn nummer in en krijgt meteen een doorschakeling naar zijn voicemail. Met een zucht hangt ze op. "Die heeft zich natuurlijk enorm verslapen en is nu druk bezig en heeft zijn mobiel uit staan... as per usual." zucht ze en legt haar mobiel maar weer opzij.
Maar in werkelijkheid is Karel al een geruime twee uur onderweg terug in het vliegtuig. Op het moment dat eindelijk dan die taxi kwam had hij al zijn koffers in de achterbak geknikkerd en was met de kortste route naar het dichtstbijzijnde vliegveld vertrokken. Als een geluk bij ongeluk had hij een directe aansluiting kunnen vinden die hem met slechts één tussenstop weer naar huis bracht. Hij moest eerlijk bij zichzelf bekennen dat hij niet geweten had wat hij had gedaan als hij op het vliegveld ook nog eens had moeten wachten. Terwijl hij in het vliegtuig zat herinnerde hij zich ineens weer de dame die hij op de heenweg had ontmoet. Hij haalt de broche uit zijn borstzak van zijn blouse. Vanaf het moment dat de dame hem die zilveren libelle met de kleine strass steentjes, tenminste hij nam aan dat het strass was, en bekeek het eens goed. Ineens vroeg hij zich af hoe het nu met de oudere dame zou zijn.
Het loopt tegen half vier als Layana haar laatste zinnen typt. Dan is het boek klaar. Ze leest de pagina nog even over als ze met haar hand naar haar mobiel reikt. Ze heeft wel in de gaten gehad dat al de hele dag nog geen bericht of belletje van Karel geweest is en ze vreest nu toch wel dat hij misschien haar manier van bellen vannacht niet zo heel erg heeft kunnen waarderen. Of misschien heeft hij gedacht dat zij hem zou bellen, maar meteen wuift ze die gedachten ook weer weg want ze had immers al gebeld maar daar had hij niet op gereageerd. Ze maakt de snel keuze op haar haar mobiel schermpje en wacht af terwijl ze nog altijd de laatste pagina doorleest. De mobiel gaat over en bijna gelijktijdig hoort ze buiten ook een mobiel afgaan. In het begin besteed ze er geen aandacht aan. Puur toeval. Dan gaat de deurbel en met een geïrriteerde zucht verbreekt ze de verbinding om open te gaan doen.
Ze trekt de deur open en dan blijft haar adem in haar keel steken. "Jongedame, wij moeten even een hartig woordje met elkaar spreken." zijn de eerste woorden die Karel tegen haar spreekt. Hij staat er echt, wat bruiner dan zijn normale bruine kleur. Nu pas beseft Layana dat ze hem toch wel meer dan een beetje gemist heeft. Haar hart gaat tekeer in haar keel. "Hoe bedoel je 'want er is namelijk zojuist ingebroken'?" vraagt hij streng. Daar staat hij dan, terwijl de taxichauffeur zijn koffers één voor één uit de taxi haalt had Karel besloten Layana te ondervragen. Maar Layana kijkt even naar hem en ziet ze zijn ogen die een kleine twinkeling hebben en ze begint breed te glimlachen. "Karel!" roept ze uit en met een sprintje rent ze naar hem toe om hem in de armen te springen.
"Nee! Wacht!" roept Karel nog maar Layana springt al en in reflex strekt hij zijn armen uit.
"Nee! Wacht!" roept Karel nog maar Layana springt al en in reflex strekt hij zijn armen uit.
Met een "Oemfhhh!" vangt hij haar op. "Karel!!! Ik ben zo blij je weer te zien!" Karel kan weinig beginnen en staat met Layana in zijn armen. Hij vangt een glimp op van een breed grijnzende taxichauffeur die het tafereel even goed opneemt. "Koffers!" gromt Karel de man toe die meteen knikt en zich snel weer bezig houdt met de koffers van Karel. "Ik heb je zo gemist!" fluistert Layana hem in zijn oor. "Lay, niet van onderwerp veranderen. Wat bedoel je met 'er is namelijk zojuist ingebroken' Lay?" vraagt hij nog altijd streng in de hoop dat hij nog wel kon verbergen dat hij ook vreselijk blij was om Layana weer in zijn armen te kunnen sluiten. Layana mompelt iets en Karel geeft haar speels een tik op haar achterwerk, niet hard want daar krijgt hij niet echt de kans voor met haar zo in zijn armen. "Auw!" roept Layana desondanks. "Niet overdrijven." zegt hij streng, tenminste hij probeert streng te klinken.
"Ssssh, laat me nou even genieten!" zegt ze zacht. Karel kijkt even hemelwaarts en mompelt "Lieve Heer, wat moet ik nou met deze muis?" en laat dan zijn strenge aanpak varen als hij Layana terug knuffelt en fluistert "Kreng, je hebt me heel erg bezorgd gemaakt!" Layana kijkt hem kort aan maar ziet dat hij het liefkozend bedoeld. "Lieffie, ik had geen keus." zucht ze als ze hem weer stevig vastpakt en knuffelt. Karel zucht eens. "Hebben ze die inbreker tenminste weten te pakken?" vraagt hij tenslotte. "Ja, die politie was opvallend snel ter plekke." antwoord ze hem. "Goed zo, ik heb er een hekel aan als ik ook nog de politie moet gaan op porren om hun werk wat sneller te doen." mompelt Karel zacht als hij zich overgeeft aan het moment. Hier had hij wel heel erg naar uitgekeken maar had niet kunnen bedenken dat hij onder deze omstandigheden Layana weer in zijn armen zou sluiten.
Langzaam laat hij Layana dan weer op de grond zakken en in een jolige beweging laat hij haar achterover hangen en kijkt haar eens goed in de ogen. "Je begrijpt natuurlijk dat dit wel inhoudt dat ik je echt geen moment meer uit het oog ga verliezen he?" zegt hij tenslotte. Layana knikt alsof ze zich vreselijk schuldig voelt, maar stiekem is ze heel blij dat Karel zo is dat hij snel bezorgd op een vliegtuig duikt om haar te komen 'redden'. "Krijg ik nou huisarrest?" vraagt ze hem wat speels. Karel fronst even "Ja, hele strenge huisarrest. Misschien moet ik jou wel vastketenen aan het bed." Zegt hij met een grijns en geeft haar zachtjes en duwtje op haar neus met zijn wijsvinger. Layana grijnst "Dat doe je niet." zegt ze nog moedig. Karel rijst zijn wenkbrauwen in verbazing over haar bravoure. "Oh denk je dat?" zegt hij dan ietwat dreigend. "Nee dat weet ik als een feit." grinnikt Layana naar hem.
Karel zet haar vervolgens overeind en begint haar zachtjes in de zij te prikken. Layana probeert hem te stoppen "Hey! nee! Stop!" Karel schud resoluut zijn hoofd "Niet totdat jij me verteld hoe dat nou precies gegaan is met die inbraak. En geen enkel detail weglaten want denk erom als ik erachter kom..." Terwijl Layana zijn handen probeert weg te houden grinnikt ze "Wat dan als jij erachter komt? Wat wil je doen dan?" Duidelijk vragen naar de bekende weg was iets waar Layana soms ook erg goed in kon zijn. Karel liet zich echter niet zo snel overrompelen. "Dat zeg ik niet, dat merk je wel als je je straf ondergaat." zegt hij geheimzinnig. Layana trekt een gezicht "Toe maar. Als ik mijn straf onderga, dat klinkt alsof je nog heel wat van plan bent." haar toon was uitdagend. Karel krijgt haar te pakken en houdt meteen stevig vast. Dan doet hij een stapje vooruit en kijkt Layana diep in de ogen als hij met donkere stem zegt...